Samen met vriendinnen en onze kinderen van twee en een half à drie jaar zaten we in een koffietentje. Al kletsend zag ik ineens de hele kinderschare op handen en voeten kruipend op de grond met een spoor van sokjes en schoentjes er om heen. Mijn Dim blij voorop. Niet heel handig want koud en vies op de vloer. Dus ik ga naar Dim en pak hem op, terwijl ik zeg ‘Dim, op blote voeten dat kan niet, het is te koud en er kan glas liggen. Kom we doen je schoenen weer aan’. Onder luid protest en mama-geroep trek ik Dim zijn schoenen weer aan terwijl ik nogmaals mijn standpunt herhaal. Als ik eindelijk klaar ben en Dim nog steeds ‘Maar mama’ roept, geef ik hem eindelijk ook even het woord: ‘Wat is er Dim?’. ‘Maar mama’, zucht mijn kleine man, ‘hondjes hebben niet sjoenen aan…’

We schieten in alle hectiek of irritatie vaak heel snel in de correctie, terwijl het zoveel beter werkt als eerst eens beginnen met informeren wat onze kinderen aan het doen zijn. In hun fantasie is er namelijk heel vaak een heel duidelijk en begrijpelijke reden voor. Als ik begonnen was met: ‘Hey, jullie kruipen allemaal op de grond zonder schoenen aan, wat is er aan de hand?’ dan had mijn bijdehandje ongetwijfeld vrolijk verteld dat ze hondjes waren en dan had ik mijn handelen heel wat positiever kunnen inzetten. Met een beter en gezelliger resultaat.

Heb jij ook te maken met een peuter-puber?

Dan is dit webinar misschien iets voor jou.